De Noorse Boskat is een halflangharige kat, die in 1977 officieel als internationaal kattenras is erkend. In de zomer kan men alleen aan de langharige pluimstaart
zien, dat men hier te maken heeft met een raskat. In de winter, als de Noorse Boskat zijn winterjas aantrekt, komt er een imposante kat tevoorschijn, die een kraag, een bef en knickerbockers
heeft, terwijl de pluimstaart in de regel dikker wordt. Ook krijgt de Noorse Boskat dan een wollige ondervacht die de kou tegenhoudt. De Noorse Boskat heeft tussen de voetkussentjes onder zijn
voeten lange haren zitten (zogenaamde sneeuwschoenen), hierdoor heeft hij in de winter meer grip op besneeuwde oppervlaktes.
De Noorse Boskat is een grote, zware en gespierde kat met een lang lichaam. De katers kunnen tussen de 5 en 10 kilo wegen, er zijn katers die zelfs nog meer wegen.
De poezen zijn iets kleiner en wegen tussen de 3,5 en 6 kilo. Ze staan hoog op hun poten en de poten zijn stevig. De achterpoten zijn langer dan de voorpoten. De voeten zijn rond en groot in
juiste verhouding met de poten. De kop is een driehoek van voren gezien, alle zijden zijn even lang. Het profiel gezien van de zijkant is hoog en het voorhoofd licht rond. De neus is lang en
recht zonder stop. De kin moet stevig zijn. De oren zijn groot en open, breed aan de basis. De oren hebben lynxachtige pluimpjes en lange haren uit(voor) de oren. De buitenste lijnen van de oren
volgen de lijnen van de kop naar de kin. De ogen zijn groot en ovaal, goed open en licht schuin geplaatst. Ze hebben een alerte wakkere blik. Alle kleuren ogen is toegestaan, los van de vacht
kleur. De staart is lang en borstelig. Als je de staart over de rug legt, moet die tenminste tot de schouderbladen komen, maar het liefst tot in de nek.
De vacht mag alle kleuren hebben behalve de pointed (Siamese tekening), x-kleuren zijn nog niet erkend, deze zijn chocolate, lilac, cinnamon en fawn.
De Noorse Boskat heeft een geweldig karakter, ze zijn moedig en kennen geen angst. Boskatten staan bekend om hun manier van uit een boom klimmen, met hun kop
omlaag. Ze zijn niet nerveus en rusteloos en zullen snel een nieuwe situatie accepteren. Ze kunnen ontzettend goed klimmen en demonstreren dit graag. Ten opzichte van mensen stellen deze katten
zich zeer vriendelijk op, ze worden graag aangehaald en geknuffeld. Ze kunnen heel goed in huis leven, maar ze hebben wel het een en ander nodig om te kunnen klimmen en krabben. Noorse boskatten
kunnen goed omgaan met andere katten rassen, honden en kinderen. De Noorse Boskat hecht zich meestal aan één persoon in het bijzonder, die hij zal volgen door dik en dun. Hij is een echte
trouwe maat. Ze houden heel erg van aandacht van mensen, soortgenoten en honden maar kunnen ook heel goed alleen leven.
De Noorse Boskat houd van spelenderwijs iets te leren. Ze leren snel om aan een tuigje te lopen, een prooi of speeltje te brengen, te springen op commando en tegen
je te praten. Als de kat genoeg te spelen heeft, en zijn spieren kan gebruiken heb je een gelukkige, mooie, interessante en liefhebbende vriend.
De voor het ras zo typische vettige en waterafstotende vacht maakt intensief onderhoud niet nodig. Ze hebben maar weinig vachtverzorging nodig. Buiten de ruiperiode
kunt u de vacht met een grove kam of borstel zo nu en dan fatsoeneren. In de lente en vroege zomer maakt de kat een betrekkelijk korte, maar hevige rui door. De Noorse Boskat krijgt dan het
uiterlijk van een kortharige kat maar dan met een volbehaarde pluimstaart. Het dode onderhaar blijft dan ook in de stuggere bovenvacht zitten en kan daar moeilijk te verwijderen klitten vormen.
Daarnaast slikt de kat ze ook in. Het is dan ook nodig de vacht van deze katten in het voorjaar dagelijks uit te borstelen en te kammen.
